Bank moet ondernemer verhoging opslag Euribor-lening terugbetalen

Bank moet ondernemer verhoging opslag Euribor-lening terugbetalen

Een mode-ondernemer is een banklening aangegaan voor de aankoop van een bedrijfspand. De rente op die lening is gekoppeld aan de Euribor (de gemiddelde rente die Europese banken aan elkaar berekenen). Daarnaast is een risico-opslag overeengekomen van 1,7%. Nadat de Euribor-rente enkele jaren achtereen sterk was gedaald, verhoogt de bank in 2014 eenzijdig het opslagpercentage naar 3,1%. De mode-ondernemer stelt dat in de overeenkomst niets staat over een mogelijke verhoging van de risico-opslag. De bank heeft geen bevoegdheid om de opslag te verhogen, oordeelt Rechtbank Amsterdam. De mode-ondernemer heeft de verhoging onverschuldigd betaald.

Commentaar
De mode-ondernemer heeft door de tussentijdse verhoging van de opslag duizenden euro’s te veel betaald aan de bank. De bank moet dit nu terugbetalen, maar heeft aangekondigd zeer waarschijnlijk in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak. Zij is namelijk bang dat meer ondernemers met een Euribor-lening waarvan de risico-opslag tussentijds is verhoogd, nu terugbetaling zullen eisen van de verhoging.

Tip
Heeft u een Euribor-lening, waarvan de risico-opslag tussentijds door de bank is verhoogd zonder dat dit in de overeenkomst is opgenomen? Met deze uitspraak in de hand kunt u ook wellicht de te veel betaalde maandlasten mogelijk ook terugkrijgen. Of dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren, hangt af van de uitkomst van de eventuele hogerberoepszaak.

Kunt u nog een zzp’er inhuren?

Kunt u nog een zzp’er inhuren?

Nu de VAR niet meer bestaat, vragen veel ondernemers zich af of zij nog wel een zzp’er kunnen inhuren voor bijvoorbeeld de vervanging van een zieke werknemer. Wat is nu de stand van zaken?

Inhuur nog mogelijk?
Het kan nog steeds. Het blijft ook onder de nieuwe wet mogelijk om een zzp’er in te huren ter vervanging van een zieke werknemer zonder dat de zzp’er direct in loondienst komt. De fiscus kijkt voor de loonheffingen naar alle feiten, voorwaarden en omstandigheden waaronder wordt gewerkt. Dit betekent dat ook de vervanger van een ‘gewone’ werknemer een zzp’er mag zijn. Maar als de feiten, voorwaarden en omstandigheden voor de zzp’er gelijk zijn aan die van de eigen werknemer, is er sprake van een dienstverband.

Waar kijkt de fiscus naar?
Hoe toetst de fiscus de relatie tussen u en de zzp’er? De fiscus toetst allereerst of de drie kenmerken van een arbeidsovereenkomst aanwezig zijn:

  1. Is er sprake van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer? Tip. Behandel de opdrachtnemer niet als een ondergeschikte en laat hem zelfstandig zijn werk inplannen en verrichten.
  2. Is er een persoonlijke verplichting om de werkzaamheden te verrichten? Tip. Als de zzp’er zich vrij en willekeurig mag laten vervangen, is er geen persoonlijke verplichting.
  3. Wordt er loon betaald?

Tevens kijkt de fiscus bijv. naar het volgende:

  • Tevens kijkt de fiscus bijv. naar het volgende:
  • Gebruikt de zzp’er eigen gereedschap, materialen, etc?
  • Handelt de zzp’er zelf klachten af?

Twijfel? Als u er zeker van wilt zijn dat er geen sprake is van een dienstverband en u geen loonheffingen hoeft af te dragen voor een zzp’er, is het raadzaam gebruik te maken van een goedgekeurde modelovereenkomst. U heeft twee mogelijkheden:

  • u gebruikt een modelovereenkomst van de fiscus (die u op onderdelen mag aanpassen);
  • u legt uw eigen overeenkomst voor aan de fiscus ter goedkeuring (duurt circa zes weken).

Tip. U hoeft niet voor iedere opdracht een nieuwe overeenkomst te maken. U kunt voor verschillende opdrachten dezelfde overeenkomst gebruiken.

 

Gewenningsperiode

Voorlichting. Tussen 1 mei 2016 en 1 mei 2017 krijgt u de tijd om te bepalen of het nodig is om gebruik te maken van een modelovereenkomst als u gaat werken met een zzp’er. Tot 1 mei 2017 geeft de fiscus voorlichting en helpt hij bij de invoering van de nieuwe werkwijze.

Inspanningsverplichting. Voor opdrachtgevers en zzp’ers  geldt in deze overgangsperiode een inspanningsverplichting. U moet met de zzp’er actief bezig zijn de werkrelatie zodanig vorm te geven, dat er geen sprake is van loondienst. Bijvoorbeeld door aantoonbaar met elkaar in gesprek te zijn over het gebruik van een modelovereenkomst en over eventuele aanpassingen in de werkwijze die daarvoor nodig zijn.

Doen wat u afspreekt. Het is belangrijk te werken zoals is omschreven in de goedgekeurde overeenkomst. Als u niet werkt volgens de overeenkomst, kan alsnog loonheffing worden nageheven. De loonbelasting en premies volksverzekeringen kunt u dan verhalen op de zzp’er maar de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage niet.

Neemt u bij twijfel en onzekerheid contact op met uw relatiebeheerder van ons kantoor. Samen kunnen wij toetsen of er nu wel of geen risico bestaat op een loondienst verband.

Voor als wij uw administratie inboeken: ‘De Bankenkoppeling’

Voor als wij uw administratie inboeken: ‘De Bankenkoppeling’

Veel van onze cliënten hebben een machtiging afgegeven, zodat wij de bankafschriften in ons boekhoudpakket digitaal kunnen inlezen en koppelen. Door een verandering in de aanlevering van deze digitale gegevens door de banken is het noodzakelijk dat er een nieuwe machtiging door u wordt afgegeven. Hiervoor is een bezoek van ongeveer 5 minuten aan ons kantoor nodig. Vaak kan dit bezoek worden gecombineerd, met bijvoorbeeld de afgifte van uw administratie.

Eenmalig moeten de zakelijke bankrekeningen weer gekoppeld worden met ons boekhoudsysteem. Dit gaat via uw telebankieren en kan alleen als het pro-pakket (bijv de Rabobank ad. € 1,50 per maand) is geactiveerd. U kunt dit bij ons op kantoor direct regelen met uw relatiebeheerder of anders middels inloggen met TeamViewer. Neemt u in ieder geval wel uw zakelijke bankpassen mee om in te loggen bij uw bank.

Vragen? Neem contact op met uw relatiebeheerder.

Micro – B.V.’s

Micro – B.V.’s

De jaarrekening van een B.V. onderneming die valt onder de regels van een micro onderneming mag wettelijk korter worden opgesteld met minder toelichtingen, daarnaast hoeft er minder informatie gegeven te worden in het publicatieverslag voor de Kamer van Koophandel. Indien uw jaarrekening naar de bank of een andere financier gaat dan gaat de verkorting niet op. Banken hebben al te kennen gegeven niet akkoord te gaan met een verkorte jaarrekening. Voor de aangifte vennootschapsbelasting wordt ook geen vereenvoudiging doorgevoerd. In een hoop situaties biedt de micro regeling dus geen significante voordelen.

Bij het samenstellen van boekjaar 2015/2016 zal uw relatiebeheerder doornemen of een micro jaarrekening tot de mogelijkheden behoort , alsmede of het wenselijk is voor de gebruikers van de jaarrekening. Het grootste voordeel wat ten alle tijden kan worden toegepast is het beknopter publiceren.

Sinds 1 april jl. kunnen micro-ondernemingen hun jaarrekening digitaal deponeren bij de Kamer van Koophandel. Vanaf het boekjaar 2015/2016 zijn micro-ondernemingen daar ook toe verplicht. Dit verzorgen wij voor u middels SBR.

Wanneer is er sprake van een ‘micro onderneming’ volgens de wet:
Een micro-onderneming is (2: 395a lid 1 en 2 BW) een rechtspersoon die op twee opeenvolgende jaarlijkse balansdata, zonder onderbreking, (op basis van geconsolideerde cijfers) heeft voldaan aan minimaal twee van de volgende drie vereisten:

  • de waarde van de activa volgens de balans, gewaardeerd op de grondslag van verkrijgings- of vervaardigingsprijs, bedraagt niet meer dan € 350.000;
  • de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 700.000;
  • het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan tien.

De VAR tot en de DBA vanaf 1 mei 2016

De VAR tot en de DBA vanaf 1 mei 2016

In deze tijd van flexibilisering willen opdrachtgevers en intermediairs zekerheid over de arbeidsrelatie van de ZZP-er die zij inhuren. De Belastingdienst biedt al jaren de mogelijkheid voor het afgeven van een Verklaring ArbeidsRelatie (VAR), waardoor op basis van door de ZZP-er aangeleverde informatie wordt bepaald of er sprake is van een dienstverband en zo ja, met wie. Voor veel ZZP-ers en opdrachtgevers was de VAR een uitkomst om aan te tonen dat er geen of wel sprake is van een dienstverband.

De VAR zal per 1 mei 2016 worden vervangen door de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Middels een schrijven (met dagtekening 5 april j.l) zijn vele zelfstandigen hier door de Belastingdienst reeds over geïnformeerd.

Deze wet beoogt vooraf duidelijkheid te verstrekken voor alle betrokken partijen middels een modelovereenkomst. Om uit te sluiten dat er een dienstverband is moeten ZZP-ers en opdrachtgevers een modelovereenkomst uitwerken. Zolang u en uw opdrachtgever werken volgens 1 van de modelovereenkomsten, die u op de website van de Belastingdiensten kunt downloaden, weet uw opdrachtgever zeker dat er geen sprake is van loondienst en hij geen loonheffingen hoeft in te houden en af te dragen. Daarom is het handig om zo’n overeenkomst te gebruiken, maar het is niet in alle gevallen verplicht.

Van belang is dat er dan ook conform deze modelovereenkomst in de praktijk wordt gewerkt anders verliest het bij een controle haar waarde. Regelmatig publiceert de Belastingdienst op haar site nieuwe modelovereenkomsten.

U hoeft een algemene modelovereenkomst van de website van de Belastingdienst niet eerst aan de Belastingdienst voor te leggen. Wanneer u echter een eigen modelovereenkomst opmaakt (eventueel op basis van een model van de Belastingdienst) maar hier relevante wijzigingen in aanbrengt zal deze overeenkomst ter beoordeling aan de Belastingdienst moeten worden voorgelegd. De in het geel gearceerde stukken in de modelovereenkomst zijn echter verplicht!

Leg vervolgens vast met welke modelovereenkomst u en uw opdrachtgever gaan werken. Stuur bijvoorbeeld de modelovereenkomst als bijlage mee in de mail waarin u afspraken maakt met uw opdrachtgever. Of verwijs naar het nummer van de modelovereenkomst.

Een modelovereenkomst is niet verplicht. En in veel situaties tussen opdrachtgever en u als ZZPér ook niet relevant. Iedere situatie/ZZPer is uniek. Treedt in overleg met uw relatiebeheerder of het bij u verstandig is om modelovereenkomsten af te sluiten.

Er is een overgangsperiode tot 1 mei 2017. Onze verwachting is dat er nog met enige regelmaat wijzigingen gaan optreden in de modelovereenkomsten dan wel de hele regeling.

TIP: op de website van de belastingdienst is veel informatie te vinden. Onder andere veel gestelde vragen. Voor de ZZPérs en opdrachtgevers onder u , wel zo handig om even door te nemen.

Ook kunt u 2 seminars online bekijken.

Webinar voor opdrachtgevers:
https://www.youtube.com/watch?v=QdHEHoXEkfA&feature=youtu.be

 

Webinar voor ZZP’ers:
https://www.youtube.com/watch?v=aENRvdDCz1M&feature=youtu.be

Hybride-auto’s en bijtellingsperikelen

Hybride-auto’s en bijtellingsperikelen

Vorig jaar heeft staatssecretaris Wiebes de Autobrief 2 gepresenteerd met een voorstel voor de bijtellingscategorieën voor de aankomende jaren. Het doel was om in 2019 nog maar twee percentages te hanteren; 4% voor 100% elektrische auto’s met geen uitstoot en 22% bijtelling voor alle overige auto’s die minimaal 1 gram CO2 uitstoot hebben.

In 2016 zijn er vier bijtellingscategorieën:
0 gram CO2 uitstoot : 4%
1 – 50 gram CO2 uitstoot : 15%
51-106 gram CO2 uitstoot : 21%
Meer dan 106 gram CO2 uitstoot : 25%.

In 2017 zouden nog slechts drie bijtellingscategorieën gehanteerd worden: 4%, 17% en 22%, in 2018 moest dit respectievelijk 4%, 19% en 22% worden om uiteindelijk in 2019 over te gaan naar twee bijtellingscategorieën:
0 gram CO2 uitstoot : 4%
Meer dan 1 gram CO2 uitstoot : 22%

Het bijtellingspercentage voor zeer zuinige auto’s (plug-in hybrides) zou dus langzaam jaarlijks opschuiven naar 22%. Het voorstel van staatsecretaris Wiebes in Autobrief 2 is echter iets gewijzigd aangenomen. De fiscale stimulering van de hybride auto wordt niet meer stapsgewijs afgebouwd. Per 1 januari 2017 wordt het bijtellingspercentage in een keer verhoogd naar 22%, zijnde het hoogste bijtellingspercentage. Dit percentage gaat helaas weer niet gelden voor de auto’s van de zaak met een bijtellingspercentage van 25% die al vóór 1 januari 2017 voor het eerst op kenteken zijn gezet. Wel blijft de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor de hybride auto’s in 2019 en 2020 de helft bedragen van het reguliere tarief. De voorgenomen verhoging naar een driekwartarief gaat dan dus niet door. Dit staat in een amendement bij het wetsvoorstel Uitwerking Autobrief II, dat de Tweede Kamer heeft aangenomen. Om de ex-lease plug-in hybride auto’s aantrekkelijk te blijven houden voor de tweedehands markt heeft de overheid besloten om het halftarief ook voor 2019 en 2020 te laten gelden.

Verkooppiek
Verwachting is daarom weer een enorme verkoop/registratiepiek in december 2016 voor alle Plug-In hybride auto’s. Waarschijnlijk kun je het eerste half jaar van 2017 nog steeds genieten van in 2016 geregistreerde plug-in hybride auto’s. Veel importeurs, autobedrijven en leasemaatschappijen zullen nog eind 2016 plug-in hybride auto’s registreren, om dit bijtellingsvoordeel ook nog in 2017 door te geven aan hun klanten.

Terugblik 80 jarig jubileum- en afscheidsfeest

Terugblik 80 jarig jubileum- en afscheidsfeest

Namens team Silvis & Vos en onze afscheid jubilarissen Johan Vos en Meindert Brugman willen wij u nog hartelijk bedanken voor uw komst. Wij kijken terug op een geslaagde feestavond en gezellig samenzijn.

Verder rest ons nog te melden dat er een cheque t.w.v. €3.500,- is overhandigd aan Stichting Present Hollands Kroon. De cheque Zal besteed worden aan minder bedeelden in gemeente Hollands Kroon die behoefte hebben aan praktische maar ook sociale hulp.

image009

image008

image006

Pas op: Ransom virussen

Pas op: Ransom virussen

Hierbij willen wij u graag attent maken op het feit dat er zeer ernstige zogenaamde ransom virussen worden verspreid voornamelijk via email. Op een zeer slinkse wijze worden er op dit moment wel heel erg goed lijkende e-mails (zie voorbeeld) verstuurd naar vele van u.

image002

 

Deze e-mails bevatten links waarop u kunt klikken. (DOE DIT ABSOLUUT NIET!)

Achter deze links bevind zich helaas niet een echte website, maar een stuk code dat uw computer en alle bestanden compleet versleuteld. Zo’n Cryptolocker is zeer gevaarlijk en er is helaas weinig aan te doen, een virus scanner kan deze doorgaans niet tegen houden, omdat het geen echt virus is.

Pas op met het terugbellen naar 0088-nummers van onbekenden

Pas op met het terugbellen naar 0088-nummers van onbekenden

Grote kans dat er sprake is van een nieuw soort fraude, waarbij dit een keer een duur servicenummer gecombineerd wordt met een satelliettelefoon.

De truc lijkt te zijn dat er met een computer iemand gebeld wordt en dat dan meteen de verbinding wordt verbroken. De persoon die dit telefoontje ontving, krijgt natuurlijk vervolgens het bericht ‘gemiste oproep’ met een 00-88-nummer. Tot zover is er nog niets aan de hand. Maar als vervolgens het 0088-nummer wordt gebeld begint de fraude. Volgens berichten kost het bellen naar dit premiumnummer om te beginnen al 3 euro en zijn bedragen van 25 euro per gesprek geen uitzondering. Het lijkt namelijk dat de verbinding verbroken wordt – een tape speelt het ‘juiste’ geluid af – maar in de praktijk wordt er helemaal niet opgehangen.

Pas dus op voor de 0088 nummers.

Verbod op gratis plastic tas: de vergoeding is btw-belast

Verbod op gratis plastic tas: de vergoeding is btw-belast

Veel ondernemers mogen per 1 januari 2016 geen gratis plastic tasjes meer verstrekken aan hun klanten. Zij moeten daarvoor een vergoeding in rekening brengen. De hoogte van die vergoeding is vrij, maar er is wel een richtprijs vastgesteld van € 0,25. De ondernemer moet hierover 21% btw afdragen, ook als de inhoud van het tasje belast is tegen 6%. Het tasje wordt als een afzonderlijke levering gezien en dus niet als verpakkingsmateriaal. De btw wordt op hele centen afgerond. De ondernemer mag de afronding toepassen op de btw op de vergoeding voor het tasje of op de btw van de totale kassabon van de klant. Hij moet dit wel consequent doen.