MKB ondernemers meer kans op overheidsopdrachten

MKB ondernemers meer kans op overheidsopdrachten

Jaarlijks koopt de overheid voor ruim 60 miljard euro in bij meer dan 70.000 verschillende leveranciers. Hiervoor worden ruim 10.000 aanbestedingen uitgeschreven, meestal nog op papier. Dit brengt voor zowel overheden als ondernemingen veel werk met zich mee. TenderNed brengt hierin verandering.

Eenvoudiger en goedkoper aanbesteden

Volledig digitaal aanbesteden maakt aanbesteden eenvoudiger en bespaart tijd en geld. Er bestaan verschillende systemen, maar nog weinig die het aanbestedingsproces volledig digitaal ondersteunen. Het ministerie van Economische Zaken vond het tijd voor verandering en ontwikkelde daarom TenderNed: een volledig digitaal aanbestedingssysteem voor alle aanbestedende diensten en ondernemingen in Nederland.

Alle overheidsopdrachten op één plek / gesplitst naar regio’s

TenderNed bespaart niet alleen tijd en geld. Het geeft ondernemingen op één plek ook inzicht in alle overheidsopdrachten. Ondernemers kunnen zich inschrijven en zich aanmelden voor bijvoorbeeld de overheidsopdrachten in de kop van Noord Holland. Automatisch verschijnen de opdrachten in uw e-mail waar ondernemingen op kunnen aanbesteden.

Hoe doe jij er je voordeel mee?

Was het inschrijven op een aanbesteding eerder lastig, tijdrovend en kostbaar, nu moet het voor jou als ondernemer uit het mkb de moeite zijn om mee te dingen naar overheidsopdrachten. En er valt veel te halen bij de overheid: Gemeenten besteden zo’n 1000 euro per inwoner per jaar aan de markt. Dat is in totaal ongeveer 17 miljard euro. Dit bedrag staat nog los van de landelijke en provinciale budgetten, van zo’n 40 miljard euro.

Wil je kans maken op een overheidsopdracht? Schrijf je in op Tenderned, zorg voor een goede voorbereiding, zet een perfecte presentatie in elkaar en verdiep je in de aanbestedende dienst. Laat zien dat je aanbod verder gaat dan de aanbesteden misschien verwacht en probeer je echt als partner op te stellen.

Handjevol IBAN-omrekentools is linke soep

Handjevol IBAN-omrekentools is linke soep

Veel mensen waren niet bepaald blij toen hun oude vertrouwde rekeningnummer omgezet werd naar een veel langer IBAN-nummer. Meer cijfers en letters om te onthouden: lastig gedoe! Verschillende websites bieden daarom IBAN-omrekentools aan. Maar wat blijkt nu? Sommige sites hebben niet het beste met je voor.

Verschillende grote banken boden lange tijd op hun websites IBAN-omrekentools aan. Die omnummerdienst kostte echter een flinke duit, en op 1 april zijn de banken hier dan ook mee gestopt. Cybercriminelen zijn echter in dit gat gesprongen en bieden online frauduleuze IBAN-omrekentools aan. Het lijkt zo simpel: je vult een rekeningnummer ‘oude stijl’ in en de site toont je vervolgens de nieuwe IBAN-versie. Wat velen helaas niet doorhebben, is dat het nieuwe rekeningnummer die van het cybergeboefte is. Op deze manier kunnen zij een aardig centje opstrijken.

Omnummering IBAN controleren

De banken waarschuwen nu dan ook voorzichtig om te gaan met zulke omnummertools. Neem bij online omnummeren dus niet alles aan voor zoete koek. Een site die officieel als veilig te boek staat, is openiban.nl. De cijfers van het rekeningnummer blijven hier hetzelfde bij je omrekening naar IBAN. Zo kun je beter controleren of de omrekening correct is verlopen.

Informatieplicht ANBI

Informatieplicht ANBI

Ter bevordering van de transparantie in de filantropische sector, worden algemeen nut beogende instellingen komend jaar verplicht om op internet informatie te verstrekken.

Vanaf 1 januari 2014 worden algemeen nut beogende instellingen verplicht om op toegankelijke wijze informatie op internet te publiceren die van belang is voor de transparantie en verantwoording. De informatieverstrekking wordt een wettelijke voorwaarde voor het behoud of de verkrijging van de ANBI-status.

De informatie bestaat ten minste uit:
· De naam van de instelling
· Een uniek identificatienummer (RSIN)
· Het post- of bezoekadres, telefoonnummer of emailadres
· De hoofdlijnen van het beleidsplan
· De bestuurssamenstelling, het beloningsbeleid en de namen van de bestuurders (tenzij hiervoor een ontheffing wordt verleend)
· Een actueel verslag van de uitgeoefende activiteiten
· De balans en de staat van baten en lasten

Het staat de ANBI’s vanzelfsprekend vrij om extra informatie te verstrekken.

In de toekomst zal het unieke identificatienummer een rol gaan spelen bij de uitvoering van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Voorgesteld wordt om een beroep op de giftenaftrek alleen nog toe te staan als het betreffende identificatienummer in de aangifte is vermeld.

Omdat kerkgenootschappen thans alleen beschikken over een identificatienummer op overkoepelend niveau, zal voor hen een andere oplossing worden gezocht. De regeling zal voor kerkgenootschappen daarin pas op 1 januari 2016 in werking treden.

103 miljoen euro subsidie beschikbaar energie innovatie

103 miljoen euro subsidie beschikbaar energie innovatie

Het ministerie van Economische Zaken stelt € 103 miljoen beschikbaar voor energie-innovatieprojecten, via subsidieregelingen van de Topsector Energie. Doel van deze Topsector is schone en efficiënt opgewekte energie, die Nederland economisch sterker maakt. De eerste subsidietranche is nu gepubliceerd: aanvragen indienen kan vanaf 1 april 2015.

De eerste tranche is op 16 februari gepubliceerd in de Staatscourant. Hierin stelt het ministerie van Economische Zaken € 103 miljoen beschikbaar via verschillende subsidieregelingen. De subsidies zijn bedoeld voor energie-innovatieprojecten van privaat-publieke samenwerkingsverbanden (overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven). Het gaat om combinaties van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie. Alle regelingen van de eerste tranche gaan open op 1 april 2015. Later dit jaar volgt nog een tweede tranche.

Eenvoudiger
Het instrumentarium van de Topsector Energie is dit jaar eenvoudiger en toegankelijker gemaakt, met name voor ondernemers. Een aantal subsidieregelingen is samengevoegd tot 2 nieuwe regelingen. Ook zijn samenwerkingseisen en subsidiepercentages zoveel mogelijk geüniformeerd.

Nieuw is de Hernieuwbare Energie-regeling, voor projecten die bijdragen aan het kosteneffectiever realiseren van de duurzame-energiedoelstelling van 16 procent in 2023. Ook nieuw is de iDEEGO-regeling (innovatie Duurzame Energie en Energiebesparing Gebouwde Omgeving). Onder de regelingen valt verder de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI), die voortkomt uit het Energieakkoord. Voor de DEI stelt de minister € 34 miljoen beschikbaar.

De in te dienen projecten moeten passen binnen de thema’s en focus daarbinnen van de Topsector Energie: zoals bio-energie, energiebesparing in de industrie en gebouwde omgeving, LNG, smart grids, wind op zee, zonne-energie en het sociale innovatieprogramma STEM. Behalve bij projecten voor de regelingen DEI en Hernieuwbare Energie; die richten zich ook op andere energiethema’s.

Meer informatie over de regelingen, de voorwaarden, indieningsmogelijkheden en sluitingsdata vindt u op www.rvo.nl/topsector-energie. Adviseurs van RVO.nl kunnen ondersteunen bij de aanvraag.

Met een stagiair(e) aan de slag

Met een stagiair(e) aan de slag

Werken met een stagiair(e) is hot. Veel werkgevers kiezen ervoor om in plaats van ‘echte’ werknemers studenten of net afgestudeerden aan te nemen als stagiair(e) en hun een kostenvergoeding te geven. Maar hoe zit dat fiscaal?

Fiscaal van belang?

Voor de loonheffingen is het van belang of er fiscaal sprake is van stagiair(e)s. Dit is met name het geval wanneer de stagiair(e) bij u opgeleid wordt.

Voorbeelden. Een stagiair(e) met een opleiding als directiesecretaresse die de hele dag kopietjes voor u maakt, zal hier niet aan voldoen. Dit is gewoon een werknemer. Een laatstejaars detailhandelsschool die met u in de winkel mag meelopen, diverse dingen mag proberen en mag meekijken om te leren, wél. Let op. Alleen het feit dat de stagiair(e) minder krijgt dan een gewone beloning is niet genoeg om aan te nemen dat er sprake is van een stagiair(e). Het gaat echt om de vraag of de stagiair(e) voornamelijk zélf iets leert of dat die eigenlijk voor u werkt zoals uw werknemers.

Fiscaal een stagiair(e), hoe dan verder?

In dit geval zijn de inkomsten van de stagiair(e) gewoon belast als loon, tenzij er sprake is van een fiscale kostenvergoeding. De vraag is dus of u kunt aangeven voor welke fiscaal onbelast te vergoeden zaken u de vergoeding geeft. Let op. Het is vaak heel normaal om een stagiair(e) € 200,- of € 300,- te geven als stagevergoeding, zónder dat uitgelegd kan worden waar de kostenvergoeding voor is. Dat kan dan alleen onbelast als de kostenvergoeding bestaat uit zaken die onbelast mogen worden gegeven, zoals studiekosten, reiskosten van € 0,19/km, enz. Meestal zijn de kosten van de stagiair(e) lager en zal de kostenvergoeding voor de stagiair(e) belast moeten worden óf in de vrije ruimte van de WKR moeten worden ondergebracht.

Geen onderbouwing mogelijk? Als u de betaling aan de stagiair(e) niet fiscaal kunt onderbouwen, dan is de kostenvergoeding belast. Er gelden dan wel bijzondere regels:
· de WW is van toepassing;
· de ZW is van toepassing;
· de WIA is niet van toepassing;
· loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) is van toepassing.

Fiscaal geen echte stagiair(e)?

Dan moet u ervan uitgaan dat u fiscaal te maken heeft met een gewone werknemer. Dat betekent loonheffingen en premies inhouden, net als bij andere werknemers. Let op. Als u deze medewerker alleen een stagevergoeding geeft, maar deze medewerker is eigenlijk gewoon een werknemer, dan kan deze medewerker later alsnog in ieder geval het minimumloon eisen (en soms zelfs het voor hem of haar geldende cao-loon) met boete. Maak dan ook alleen gebruik van stagiair(e)s wanneer u echt van plan bent iemand iets te leren.

Geen gedoe? Wilt u geen gedoe met kostenonderbouwing of het inhouden van loonheffingen? Kies er dan voor niet de stagiair(e) zelf te belonen maar geef een vergoeding aan de school. Voorwaarden:
1. u betaalt de stagevergoeding rechtstreeks aan de school of aan het stagefonds;
2. de school of het stagefonds gebruikt het geld voor algemene activiteiten (dus niet ter doorbetaling aan de stagiair(e);
3. de school administreert hoe de vergoeding wordt besteed;
4. u legt de naw-gegevens van stagiair(e) en school/het stagefonds vast, het BSN van de stagiair(e) en het bedrag van de vergoeding.

Vermeld hierbij: ‘Besluit 14 december 2010, nr. DGB2010/2202m’.

Werkt u met een echte stagiair(e), dus met iemand die voornamelijk bij u werkzaam is om zelf iets te leren? Dan is de stagevergoeding toch belast, tenzij u alleen belastingvrije vergoedingen geeft. Wilt u geen gedoe met kostenonderbouwing of loonheffingen, betaal dan de vergoeding aan de school i.p.v. aan de stagiair(e).

Lage btw-tarief renovatie en herstel woningen vervalt per 1 juli

Lage btw-tarief renovatie en herstel woningen vervalt per 1 juli

Per 1 juli 2015 vervalt het lage btw-tarief voor arbeidskosten bij renovatie en herstel van woningen die ouder zijn dan twee jaar. Mensen die nog willen profiteren van het lage tarief van 6% moeten ervoor zorgen dat de werkzaamheden vóór 1 juli zijn afgerond. Het lage btw-tarief blijft wel van toepassing voor het schilderen, stukadoren en isoleren van de woning.

Per 1 maart 2013 werd het btw-tarief op de arbeidskosten tijdelijk verlaagd van 21% naar 6%. De tijdelijke verlaging moest de bouw- en woningmarkt ondersteunen en de bouwsector een impuls geven.

Om nog gebruik te kunnen maken van het lage tarief, moeten de werkzaamheden vóór 1 juli 2015 worden afgerond. Voor werkzaamheden die na 30 juni 2015 worden afgerond, geldt het btw-tarief van 21%. Het tarief van 21% geldt ook als vóór 1 juli 2015 vooruitbetalingen zijn gedaan voor werkzaamheden die na 30 juni 2015 worden afgerond.

Het 6% btw-tarief blijft – ook na 30 juni 2015 – van toepassing op het schilderen en stukadoren van woningen ouder dan twee jaar en het aanbrengen van isolatiematerialen aan deze woningen. Dit zijn geen tijdelijke verlaagde tarieven.

Belastingrente, hoe werk het?

Belastingrente, hoe werk het?

Per 1 januari 2013 (vanaf belastingaangifte 2012) is de heffingsrente vervangen door de belastingrente. In een eerdere nieuwsbrief is hier al aandacht aan besteedt. Toch vinden wij het belangrijk om u nogmaals te informeren.

Rentepercentage:

Het percentage van de belastingrente is gekoppeld aan de wettelijke rente. Deze rente kan elk half jaar wijzigen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de inkomsten- en vennootschapsbelasting.

Inkomstenbelasting: wettelijke rente voor niet-handelstransacties: minimaal 4%
Vennootschapsbelasting: wettelijke rente voor handelstransacties: minimaal 8%

Belastingrente betalen:

Indien er een (voorlopige) aanslag wordt opgelegd na 6 maanden volgend op het aangiftejaar (dus na 1 juli wanneer een aangiftejaar gelijk is aan een kalanderjaar) wordt er belastingrente in rekening gebracht. De rente wordt in rekening gebracht vanaf 1 juli t/m de uiterste betaaldatum die op de aanslag staat vermeld. De uiterste betaaldatum is meestal 6 weken na dagtekening van de aanslag.

De Belastingdienst moet de aanslag wel opleggen binnen 2 maanden na een verzoekt tot een voorlopige aanslag of binnen 3 maanden na het indienen van de aangifte (hierover later meer).

Er kan maar op 1 manier belastingrente worden voorkomen. Dat kan alleen wanneer de aangifte voor 1 april wordt ingediend en wanneer de Belastingdienst niet afwijkt van deze aangifte.

Aangifte indienen voor 1 april + 3 maanden = voor 1 juli aanslag Belastingdienst = geen belastingrente
Aangifte indienen na 1 april + 3 maanden = na 1 juli aanslag Belastingdienst = belastingrente 1 juli t/m uiterste betaaldatum

Belastingrente kan deels worden voorkomen door een voorlopige aanslag in te dienen. Het is dan wel van belang dat de voorlopige aanslag wordt ingediend voor 1 mei (volgend op het aangiftejaar). Over het verschil tussen de voorlopige en de definitieve aanslag is wel belastingrente verschuldigd. Een voorlopige aanslag indienen binnen het aangiftejaar kan natuurlijk altijd.

VA indienen voor 1 mei + 2 maanden = voor 1 juli voorlopige aanslag Belastingdienst = geen belastingrente op VA
VA indienen na 1 mei + 2 maanden = na 1 juli voorlopige aanslag Belastingdienst = belastingrente van 1 juli t/m uiterste betaaldatum VA

De voorlopige aanslag krijgt een dus belangrijke rol. Ten eerste om belastingrente (deels) te voorkomen, maar ten tweede om de Belastingdienst te informeren.

Gebroken boekjaar:

Voor de inkomstenbelasting vallen de gebroken boekjaren binnen het aangiftetijdvak van een kalenderjaar. Hiervoor gelden dus bovenstaande termijnen.

Binnen de vennootschapsbelasting kan een boekjaar afwijken van een kalanderjaar. Hier wordt belastingrente in rekening gebracht vanaf 6 maanden na afloop van het boekjaar. Om belastingrente (deels) te voorkomen moet de aangifte binnen 3 maanden na afloop van het boekjaar worden ingediend of binnen 4 maanden een voorlopige aanslag zijn aangevraagd.

Overschrijden termijn:

Wat gebeurt er wanneer de Belastingdienst de termijn van 2 of 3 maanden overschrijdt? Dan wordt de rente periode beperkt wanneer de aangifte ook wordt gevolgd. Tenzij de aangifte voor 1 april was ingediend, in zo’n situatie is, ook bij het verstrijken van de termijn, geen rente verschuldigd.

Bij een aanslag die volgt op een ingediende aangifte wordt de periode beperkt naar maximaal 19 weken (3 maanden voor het opleggen van de aanslag + 6 weken voor de betaaltermijn). Indien de Belastingdienst afwijkt van de aangifte geldt deze beperking niet!

Let op! Dit geldt alleen voor een aangifte die wordt ingediend in het jaar volgend op het aangiftejaar. Indien de aangifte twee jaar later wordt ingediend geldt de beperking alleen op het tijdvak in het jaar van aangifte. Over jaar 1 is belastingrente verschuldigd over de periode 1 juli t/m 31 december.

Belastingrente ontvangen:

In sommige gevallen betaald de Belastingdienst ook rente. Aangezien uw aangifte in de uitstelregeling zit gaat dit echter niet op.

De hoofdregel is als volgt:

Wanneer een aangifte inkomstenbelasting voor 1 april wordt ingediend en de Belastingdienst er langer dan 3 maanden over doet om een aanslag op te leggen. Daarnaast moet de aanslag worden opgelegd na 1 juli.

Er wordt belastingrente uitbetaald over de periode 1 juli tot 6 weken na de datum van de aanslag. De rentevergoeding ligt gelijk aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties (minimaal 4%).

Voor de vennootschapsbelasting zijn de termijnen gelijk. Bij een gebroken boekjaar geldt dat er belastingrente wordt ontvangen als de Belastingdienst langer dan 6 maanden na afloop van het boekjaar een aanslag oplegt en dat de aangifte binnen drie maanden na afloop van het boekjaar is ingediend.

Voor meer informatie over belastingrente kunt u contact opnemen met uw contactpersoon en/ of met de heer Christian Metzlar.

Moet u uw personeel vrij geven 5 mei 2015

Moet u uw personeel vrij geven 5 mei 2015

Voor de meeste feestdagen geldt dat deze (betaald) vrij moeten worden gegeven. 5 mei is een nationale feestdag, maar een wettelijke verplichting om uw werknemers een doorbetaalde vrije dag te geven is er niet. De overheid heeft het aan de cao-partijen overgelaten om dit onderling af te spreken. In de meeste cao’s is afgesproken dat 5 mei alleen een betaalde vrije dag is in lustrumjaren (o.a. 2015), maar dit geldt niet voor alle cao’s. Het is daarom goed om de cao te raadplegen of dit na te vragen bij uw salarisadministrateur. Als er geen cao geldt binnen uw bedrijf zal u hierover zelf met uw werknemers afspraken moeten maken.

Oproep Belastingdienst om eerder btw-aangifte te doen

Oproep Belastingdienst om eerder btw-aangifte te doen

De Belastingdienst roept ondernemers die vóór 1 mei btw-aangifte moeten doen op om dit al vóór 24 april of 27 april te doen. De eventuele betalingen hoeven niet gelijktijdig met de aangifte te worden gedaan, maar moeten wel vóór 1 mei bij de Belastingdienst binnen zijn. De oproep is alleen verzonden aan ondernemers die hebben aangegeven via e-mail door de Belastingdienst geïnformeerd te willen worden. Eind deze maand wordt topdrukte verwacht omdat dan zowel de inzendtermijn voor de loonaangifte en de btw-aangifte vervalt, als ook de inzendtermijn voor de IB-aangifte 2014.

Youngtimer fiscaal voordelig

Youngtimer fiscaal voordelig

De bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak kan met name voor auto’s met een hoge cataloguswaarde flink oplopen. Het is echter mogelijk uw bijtelling te verlagen tot minder dan 10% mits u een youngtimer interessant vindt.

Lagere bijtelling voor youngtimer. De kwaliteit en levensduur van auto’s neemt steeds verder toe. Als ondernemer kunt u hier gebruik van maken. Door een ‘youngtimer’ als auto van de zaak te gaan rijden, bespaart u namelijk niet alleen op de afschrijving maar ook uw bijtelling voor privégebruik wordt aanzienlijk verlaagd.

Hoe werkt dit precies?

Ouder dan 15 jaar. Voor auto’s die ouder zijn dan 15 jaar geldt een bijzondere waarderingsregeling ten aanzien van de bijtelling. Er hoeft namelijk niet tot 25% van de cataloguswaarde bij het inkomen te worden geteld, maar 35% van de werkelijke waarde van de auto. En aangezien deze laatste waarde heel laag is dan daalt de bijtelling veelal tot onder de 10%.